vrijdag 20 februari 2009

Vrijdag 20 februari: Wellevendheid

Mijn vader was molenaar. Hij gebruikte vaak het toepasselijke gezegde: ‘Laat molens waaien, laat wieken loeien, laat ieder zich met zichzelf bemoeien’. Hiermee bedoelde hij dat mensen elkaar een beetje ruimte moeten geven om zichzelf te zijn. Ik neem zijn advies nog iedere dag ter harte.

We moeten elkaar de ruimte geven en dan niet op een onverschillige wijze, maar met een wellevendheid. Het woord is een beetje in onbruik geraakt. Wellevendheid is beleefd, welgemanierd. Door bijvoorbeeld de buschauffeur te begroeten wanneer je de bus instapt, mensen eerst uit de trein of bus laten stappen voordat jezelf instapt.

Meer leven onder het motto: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Dus behandel mensen zoals jij behandeld wenst te worden. Wellevendheid zie ik ook als smeerolie in de interactie tussen mensen, een sociale vaardigheid die de omgang in de maatschappij vergemakkelijkt. In essentie komt wellevendheid neer op het tonen van respect voor andere mensen, tenslotte: ‘Een vreemde is wellicht een vriend die je nog niet kent.’’Een betere wereld begint bij jezelf’ en ’Wie goed doet, doet ook zichzelf goed; wie wreed is kwelt ook zichzelf.’

Zoals u al heeft gemerkt staat deze column vol met tegeltjeswijsheid. Laten we deze Oudhollandse wijsheden eens ter harte nemen! Want: ‘Een goed woord vindt altijd een goede plaats’ (hetgeen betekent: beleefdheid of vriendelijkheid loont).